Hof van beroep Antwerpen, 6 december 2024
De correctionele rechtbank had de beheerder van een website veroordeeld voor aanzetten tot haat en geweld tegenover de nieuwe woordvoerster van Open VLD. De beheerder van de website tekende hoger beroep aan tegen het vonnis. Het hof van beroep oordeelt dat kan worden getwijfeld aan het bijzonder opzet van de beklaagde en verleent hem de vrijspraak.
[Eerste aanleg: Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Mechelen, 27 februari 2024]
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
In mei 2020 werd op de website www.tscheldt.be een artikel met foto gepubliceerd over de nieuwe woordvoerster van Open VLD. De auteur insinueerde in het artikel dat het eigenlijke thuisland van de woordvoerster Irak was, dat ze de weg zou kennen om aan subsidies te geraken en dat ze geen echte sollicitatieprocedure had moeten doorlopen om woordvoerster te worden. Ze zou bovendien weigeren om het gesprek aan te gaan met een deel van de Vlamingen omdat die volgens haar te conservatief, te rechts, te racistisch, te nazistisch, te boos of gewoon te wit zijn. Op de foto was de woordvoerster te zien in een zwarte chador, omringd door andere personen die ook een chador droegen. Op die manier werd de suggestie gewekt dat de vrouw zich profileerde als een gelovige vrouw die strikt de voorschriften van de sharia naleefde.
De beheerder van de website werd veroordeeld voor het plaatsen of laten plaatsen en het behouden van het artikel met bijhorende foto op de website van www.tscheldt.be (en met een link op Twitter en Facebook) tot een gevangenisstraf van 6 maanden (met 3 jaar uitstel) en een geldboete van 4.000 euro. Hij ging in beroep tegen het vonnis.
Een beklaagde die op Facebook commentaar had geplaatst onder het artikel werd eveneens veroordeeld, maar hij ging niet in beroep tegen het vonnis.
Juridische kwalificatie
Het openbaar ministerie had de beklaagde vervolgd voor de volgende tenlasteleggingen:
- Aanzetten tot haat of geweld jegens een persoon (artikel 20, 2° Antiracismewet)
Beslissing
Het hof van beroep sprak de beheerder van de website vrij.
De keuze van de foto van de woordvoerster was volgens het hof van beroep een doelbewuste en polariserende keuze. Maar dit volstond niet om boven elke redelijke twijfel te kunnen vaststellen dat de beheerder met het publiceren van de tekst en de foto de bedoeling had om aan te zetten tot haat of geweld tegenover de woordvoerster. De foto was trouwens niet lukraak gekozen, maar sloot aan bij een gedeelte van de inhoud van het artikel.
Het hof van beroep oordeelde dat niet elk kritisch of zelfs venijnig geschreven artikel noodzakelijkerwijze impliceert dat wordt aangezet tot haat. Met het artikel wilde de beheerder, aldus het hof van beroep, eerder gevoelens van misprijzen opwekken tegen de gang van zaken bij Open VLD. Het hof van beroep twijfelde aan het bijzonder opzet van de beklaagde die om die reden werd vrijgesproken.
De haatdragende en racistische commentaren die door lezers werden geplaatst, waren volgens het hof van beroep absoluut verwerpelijk. Ze zetten wél aan tot haat en geweld tegenover de woordvoerster. Maar de raadkamer had de beheerder hiervoor buiten vervolging gesteld.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Antwerpen, 6-12-2024 – rolnummer 2024/CO/464