Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Verviers, 13 april 2023
Het feit dat een vrouw werd ontslagen, nadat ze terug kwam werken na 4 maanden afwezigheid wegens ziekte, volstaat niet om een vermoeden van discriminatie aan te tonen.
[Waarschuwing: vonnissen en arresten kunnen kwetsend taalgebruik bevatten.]
Feiten
Een vrouw was van oktober tot en met eind januari afwezig wegens ziekte. Op 1 februari werd ze ontslagen. De reden voor het ontslag was volgens het bedrijf de slechte financiële situatie die onder meer het gevolg was van de Covid-crisis.
Beslissing
De vrouw was van mening dat het ontslag ingegeven was door discriminatie op basis van haar gezondheidstoestand omdat ze werd ontslagen op de dag dat ze terug kwam werken na 4 maanden afwezigheid wegens ziekte. De arbeidsrechtbank oordeelde dat dit element niet volstond om een vermoeden van discriminatie op basis van de gezondheidstoestand aan te tonen.
Wel oordeelde de arbeidsrechtbank dat het ontslag kennelijk onredelijk was. Het bedrijf had verwezen naar de slechte financiële situatie, maar kon dat niet staven met cijfers en aantonen dat het ontslag noodzakelijk was om aan de slechte financiële situatie te verhelpen. De vrouw kreeg een schadevergoeding voor kennelijk onredelijk ontslag op basis van CAO nr. 109.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arb.rb. Luik, afd. Verviers 13-04-2023
Wetgeving:
- CAO nr. 109 betreffende de motivering van het ontslag (12 februari 2014)