Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Franstalige), 27 mei 2024

27 mei 2024
Actiedomein: Andere domeinen
Discriminatiegrond: Andere gronden
Gerechtelijk arrondissement: Brussel

Een gynaecologe weigerde om een seropositieve patiënte te behandelen met een laser.  Het argument van de gynaecologe was dat ze niet beschikte over de juiste ontsmettingsapparatuur. De rechtbank oordeelde dat de patiënte werd gediscrimineerd op grond van haar gezondheidstoestand.

Datum: 27 mei 2024

Instantie: rechtbank van eerste aanleg

Criterium: gezondheidstoestand

De feiten  

Mevrouw D. consulteert een gynaecologe omdat ze last heeft van vaginale atrofie. Ze wordt vergezeld door haar dochter. Ze kwam terecht bij de gynaecologe op advies van een andere arts die een laserbehandeling had aanbevolen. De gynaecologe beschikt over een laser. Tijdens het gesprek realiseert de gynaecologe zich dat mevrouw D. seropositief is en ze geeft te kennen dat ze om die reden geen laserbehandeling kan geven. Mevrouw D., die al vaker het slachtoffer werd van discriminatie, neemt het gesprek op. De gynaecologe zegt onder meer: “Ja, ik zal je uitleggen waarom. Ik heb geen ontsmettingsapparatuur voor de andere patiënten. Het is een ambulante behandeling en de ontsmettingsapparatuur is vrij eenvoudig.” De gynaecologe stelt in de plaats van een laserbehandeling voor om injecties te geven met hyaluronzuur.

Beslissing 

Onderzoek toont aan dat 13% van de seropositieve mensen te maken kreeg met een weigering in de zorgsector om zorgen te verstrekken. Het onderzoek, en de feiten, tonen volgens de rechtbank een vermoeden van discriminatie aan.
De gynaecologe kon dit vermoeden van discriminatie niet weerleggen. De weigering om een laserbehandeling te geven was enkel en alleen gebaseerd op de seropositiviteit van mevrouw D. en de ontsmetting. De gynaecologe kon niet aantonen waarom er een therapeutische tegenindicatie zou zijn bij mevrouw D. voor een laserbehandeling. De gynaecologe had ook nagelaten om na te gaan of de virale lading van mevrouw D. niet-detecteerbaar was. De rechtbank oordeelde dat het niet pertinent was dat een alternatieve behandeling werd voorgesteld door de gynaecologe. De laserbehandeling werd immers geweigerd op basis van een beschermd kenmerk zonder dat er hiervoor een rechtvaardiging was.
Het besluit van de rechtbank was dat mevrouw D. werd gediscrimineerd op basis van haar gezondheidstoestand. Mevrouw D. Kreeg een forfaitaire schadevergoeding van 1.300 euro.
De rechtbank beval de staking van de discriminatie en legde een dwangsom op van 1.000 per keer dat de gynaecologe een laserbehandeling zou weigeren aan een seropositieve patiënt zonder dat dit kon worden gerechtvaardigd. 
Er werd niet ingegaan op de vraag van Unia om de beslissing te publiceren in een medisch tijdschrift. De rechtbank merkt op dat niets verhindert dat Unia de beslissing zelf bekend maakt.
Unia kreeg een rechtsplegingsvergoeding van 1.800 euro en mevrouw D. een rechtsplegingsvergoeding van 600 euro.

Unia was betrokken partij.

Afgekort: Rb. Brussel (Fr.), 27-5-2024 -rolnummer 24/44/C