Hof van Cassatie, 4 oktober 2023

4 oktober 2023
Actiedomein: Media/internet
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Brussel
Rechtsmacht: Hof van Cassatie

Het delen van een video (in dit geval van een preek) op een sociaal netwerk dat beschikbaar is voor een bepaald publiek voldoet aan de openbaarheidsvereiste van artikel 444, alinea 5 van het Strafwetboek.

Datum: 4 oktober 2023

Instantie: Hof van Cassatie

Criterium: racisme

Actiedomein: media/internet

De feiten 

Een man had verschillende video’s gedeeld op Facebook. Daarvoor werd hij op 29 maart 2023 veroordeeld, door het hof van beroep in Luik, voor het aanzetten tot haat en geweld tegenover personen van joodse afkomst of van Israëlische nationaliteit.

Artikel 20, 4° Antiracismewet bepaalt dat het aanzetten moet gebeuren in de omstandigheden van artikel 444 van het Strafwetboek (openbaarheidsvereiste).

De man verweet het hof van beroep dat het niet had gepreciseerd hoe het delen van video’s op Facebook een van de omstandigheden uit artikel 444 van het Strafwetboek vormt.

Beslissing

Het Hof van Cassatie oordeelt dat de bodemrechter, in het licht van de concrete elementen van de zaak, oordeelt of wordt voldaan aan de vereiste van openbaarheid. Het Hof van Cassatie voegt daaraan nog toe dat “voor het overige het delen van een video (in dit geval van een preek) op een sociaal netwerk dat beschikbaar is voor een bepaald publiek voldoet aan de openbaarheidsvereiste van artikel 444, alinea 5”.

De man betwiste ook dat hij opzettelijk had gehandeld en hij meende dat het hof van beroep daar niet was op ingegaan.

Het Hof van Cassatie verwerpt dit middel en verwijst naar het arrest van het hof van beroep waarin stond dat de man zonder de minste nuance een haatdragend en gewelddadig discours over het joodse volk had verspreid en dus intentioneel en met volle kennis van zaken een gedrag had aangenomen dat aanzet tot haat, terwijl hij in staat was door zijn opleiding en zijn perfecte beheersing van het Arabisch om alle nuances van de uitlatingen te verstaan.

Unia was geen betrokken partij.

Afgekort: Cass., 4-10-2023 – rolnummer P.23.0627.F

Downloads