Hof van beroep Brussel (Franstalig), 30 september 2004

30 september 2004
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Brussel
Rechtsmacht: Hof van Beroep

De feiten dateren van 2000 en betreffen de intriges van een verantwoordelijke van de algemene bewakingsdienst van de MIVB. Hij wordt ervan verdacht om enerzijds de volgende uitspraak te hebben verricht "ce n'est pas un bougnoul qui me fera changer d'avis" en om anderzijds aan een directe chef de opdracht te hebben gegeven om geen agenten van vreemde origine tewerk te stellen in het depot tijdens de feestelijkheden naar aanleiding van het 100-jarig bestaan.

Het Centrum nam kennis van deze feiten ter gelegenheid van de getuigenis van de betreffende chef op een ander proces waar het Centrum als burgerlijke partij bij aanwezig was. Hierna kwam er op 28 mei 2001 een rechtstreekse dagvaarding van het centrum tegen die verantwoordelijke van de veiligheidsdienst. De correctionele rechtbank van Brussel sprak op 9 januari 2001 de verdachte vrij, waartegen het Centrum en de andere burgerlijke partijen beroep aantekenden.

Het Hof van beroep besliste dat de term “bougnoul” strafbaar is volgens de antiracismewet op voorwaarde dat het gebruik ervan gebeurde in de omstandigheden van artikel 444 van het Strafwetboek (openbaarheidsvereiste).

Wat de dienstnota betreft, sprak het Hof van Beroep een vrijspraak uit omdat de verdachte het voordeel van de twijfel krijgt, ondanks de getuigenis onder ede van de directe chef. Het Hof haalt twee elementen aan: enerzijds heeft de directe chef verklaard de betwiste instructies enkel mondeling te hebben gekregen, (die zouden gediend hebben als basis voor de dienstnota), anderzijds vermeldt die dienstnota effectief de aanwezigheid van twee veiligheidsbeambten van Noord-Afrikaanse herkomst. Het Hof wou de verklaringen, zelfs onder eed, van de directe chef geen kracht van bewijs geven, aangezien dit het enige bewijs was waarop de verantwoordelijke kon veroordeeld worden.

Downloads