Correctionele rechtbank Brussel (Franstalige), 15 juli 1996

15 juli 1996
Actiedomein: Andere domeinen
Discriminatiegrond: Racisme
Gerechtelijk arrondissement: Brussel

De fascistische groet bij de eedaflegging tijdens de installatie van een gemeenteraad is sterk symbolisch en betekenisvol en roept onmiskenbaar de fascistische en nazistische ideologie op die, op grond van voornamelijk racistische overwegingen, leidde tot volkerenmoord die Europa tijdens de jaren 1930 en 1940 heeft gekend. Er mag dan, zoals de beklaagde aanvoert, geen enkele wettelijke bepaling zijn die de wijze van eedaflegging reglementeert, maar het komt toch duidelijk voor dat de expliciete en opzettelijke verwijzing naar de fascistische ideologie die de suprematie van het ene ras op het andere voorstond en die de uitroeiing van de vermelde rassen inhield, op zich een aanzet inhoudt tot haat, discriminatie, geweld of segregatie die strafbaar zijn gesteld bij wet van 30 juli 1981 die bij wet van 12 april 1994 werd gewijzigd en verruimd.

Bovendien vormt het betoog dat bij die gelegenheid gehouden werd, en waarin sprake is van "verkozenen die niet op ons lijken" een aanzet tot haat en discriminatie. De rechtbank stelt in deze dat "het blijkt dat deze zin, wanneer men hem in zijn context plaatst, niet kan begrepen worden als een eenvoudige vaststelling van een verschil, zoals de beklaagde betoogt, (...); dat de inleiding van de zin met de term "HELAAS" duidelijk een connotatie van spijt weergeeft met betrekking tot de verkiezing van Belgen van vreemde herkomst. Gelet op het feit dat in het betoog van de beklaagde naar dieren verwezen wordt om de migranten te benoemen (. . . )”.

Gelet op de gehanteerde terminologie, wanneer het migranten betreft, die ertoe bijdraagt om aan het betoog een opzettelijk haatdragend en minachtend karakter te geven jegens deze laatsten, die aanzet tot discriminatie van een welbepaalde groep personen op grond van hun afkomst (. . . ) Overwegende dat het om de aanzet strafbaar te stellen niet vereist is dat er een manifeste wil aanwezig is om een publiek of een bepaald individu ertoe te leiden om concrete daden te stellen die welbepaald of te bepalen zijn”.

Downloads