De feiten dateren van 11 februari 2003. Op de dag van het offerfeest waren vijf familieleden van Turkse herkomst betrokken bij een straatincident. Ze werden opgepakt door een politiepatrouille en meegenomen naar het politiekantoor waar ze erg zwaar werden aangepakt na de volgende uitspraak van één van de aanwezige politiemensen: “er zijn vijf lammetjes binnengebracht. Het offerfeest kan beginnen”.

De rechtbank tilt zwaar aan deze uitspraak: “ deze uitspraak tegen mensen van Turkse afkomst op het ogenblik dat zij het offerfeest vieren is ontegensprekelijk een racistische uitspraak, waarbij men spot met iemands afkomst. De rechtbank is van oordeel dat deze uitspraak in de concrete feitelijke omstandigheden van dit dossier, onder toepassing van de antiracismewet valt”.

Aangezien het volgens de rechtbank niet duidelijk was wie van de aanwezige politiemensen deze uitspraak precies deed, werd de voormalige politiecommissaris op dit punt vrijgesproken.

Het Hof van Beroep daarentegen is de mening toegedaan dat de ‘”de uitspraak – door wie van de aanwezige politiefunctionarissen dan ook gedaan – slechts de verbale veruitwendiging is van de door beklaagde gecreëerde sfeer en handelswijze en toont aan dat het optreden van beklaagde gericht was op het afwijkend, hatelijk en gewelddadig behandelen van de arrestanten omwille van hun afkomst en etnie.