Bij het overlopen van het arbeidsreglement tijdens de eerste arbeidsdag geeft hij te kennen lid te zijn van een bepaalde politieke partij. Daags nadien zegt hij zijn lidmaatschap op maar wordt ontslagen wegens ‘onverenigbaarheid van ideologische aard’.

De vakbond roept in dat ze een tendensonderneming zijn. De ontslagen werknemer beroept zich op discriminatie op grond van politieke overtuiging. De arbeidsrechtbank meent dat het begrip tendensonderneming niet mag meespelen voor dit type functie, en dat het al dan niet lid zijn van de politieke partij tijdens de selectieprocedure besproken had moeten worden.

Uitspraak in hoger beroep: arbeidshof Brussel, 4 oktober 2011 – hervorming vonnis.