Arbeidshof Brussel (Franstalig), 30 november 2011

30 november 2011
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Handicap
Gerechtelijk arrondissement: Brussel
Rechtsmacht: Arbeidshof

Het slachtoffer van een arbeidsongeval is gedurende twee periodes afwezig vooraleer ze haar werk hervat in aangepaste omstandigheden. Twee dagen na de werkhervatting wordt ze ontslagen. Ze meent dat het ontslag willekeurig en discriminatoir is.

De arbeidsrechtbank geeft haar op 11 september 2008 gelijk. In een eerste arrest van 15 november 2010 besluit het arbeidshof dat er geen sprake is van willekeurig ontslag in de zin van artikel 63 van de wet van 3 juli 1978.

Daarentegen meent het arbeidshof in zijn laatste arrest dat er wel sprake is van discriminatie in de zin van de wet van 25 februari 2003. Het hof kent niet de vergoeding toe voorzien in deze laatste wet, maar een vergoeding voor morele schade op grond van het gemeen recht (artikelen 1.382 en 1.134 van het Burgerlijk Wetboek).

Downloads

Vergelijkbare rechtspraak Arbeidshof Brussel (Franstalig), 30 november 2011

1 juli 2024

Rechtspraak over racistische en andere haatdragende uitlatingen op het werk: analyse van juni 2024

In deze bijdrage analyseren we de rechtspraak over racistische en andere haatdragende uitlatingen op het werk. Vooreerst gaan we na welke grenzen in een werkcontext kunnen worden gesteld aan de vrije meningsuiting. We bekijken zowel de algemene grenzen die doorwerken in de werkcontext als de specifieke grenzen die eigen zijn aan de werkcontext.  Daaruit blijkt dat er in een werkcontext meer begrenzingen mogelijk zijn aan de vrije meningsuiting dan in het gewone openbare leven. Daarna gaan we na in welke mate racistische en andere haatdragende uitlatingen op sociale media beschermd worden als onderdeel van het privéleven.