Zoek Beslissing

1149 Beslissingen gevonden
22 oktober 2007

Arbeidshof Luik, afdeling Namen, 22 oktober 2007

Een man werkt als arbeider-fruitplukker door middel van opeenvolgende contracten. Op een bepaald moment neemt het bedrijf maatregelen inzake hygiëne waaronder een verbod op piercings valt. De man krijgt vervolgens geen contract meer aangeboden. Eerst is er een uitspraak over de nagenoeg naadloze opeenvolgende contracten wat dus resulteert in een ovbereenkomst van onbepaalde duur met alle verplichtingen die daaruit voortvloeien. Verder concludeert het Hof dat er geen sprake is van discriminatie aangezien de maatregel genomen is in het algemeen belang (hygiëne en voedselveiligheid) wat kan gezien worden als een objectieve en redelijke rechtvaardiging. De beperking is overigens opgelegd aan alle werknemers met uitzondering van diegenen die zijn tewergesteld in de administratieve lokalen.
18 oktober 2007

Raad van State, 18 oktober 2007

Op 18 oktober 2007 sprak de Raad van State zich uit in het beroep tot schorsing van een lerares islamitische godsdienst, ten aanzien van de tenuitvoerlegging van de beslissing van de raad van beroep van het gemeenschapsonderwijs, waarbij haar beroep tegen het ontslag om dringende redenen door een van de basisscholen waar ze deeltijds was tewerkgesteld werd verworpen. Oorzaak van het ontslag was de weigering van deze lerares om – in weerwil tot het verbod in het schoolreglement om op het schooldomein kledij, tekens of symbolen te dragen waarmee zichtbaar een religieuze of levensbeschouwelijke aanhorigheid wordt uitgedrukt (m.u.v. godsdienst-leerkrachten binnen hun klaslokaal) – eenmaal buiten de klas haar hoofddoek af te nemen.
26 april 2007

Hof van beroep Antwerpen, 26 april 2007

In de marge van een geschil met betrekking tot kortingen in functie van de leeftijd bij aankoop van een brilmontuur (wet op de handelspraktijken) komt eveneens het aspect discriminatie aan bod (wet van 25 februari 2003). In eerste aanleg (rechtbank van koophandel Kortrijk, 30 april 2004) oordeelde de rechtbank dat de vordering gesteund op discriminatie onontvankelijk was, aangezien eiser geen slachtoffer was van de discriminatie en evenmin een door de wet aangewezen groepering. Het hof verwerpt die redenering en onderzoekt de mogelijke inbreuken inzake handelspraktijken.

Volg ons op onze sociale media