Zoek Beslissing
Correctionele rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde, 13 oktober 1998
Toebrengen van slagen en verwondingen aan een slachtoffer van Pakistaanse origine onder het scanderen van racistische slogans. De rechtbank veroordeelt de daders en laakt de verwerpelijke mentaliteit, nu het geweld is ingegeven door racistische motieven, waarbij personen van een ander ras omwille van hun huidskleur worden geviseerd.
Correctionele rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, 19 augustus 1998
Het in het openbaar verklaren "het stinkt hier stinkende Iranees, vuile Iranees, bende van Saddam, vuile drughandelaar, ga terug naar Iran" waarbij men duidelijk gevoelens van haat laat blijken en bewust een staatshoofd uit een ander land van het Midden-Oosten meesleurt teneinde meer gewicht te geven aan zijn racistische uitlatingen maken een uiting van aanstichting of aanmoediging tot discriminatie en haat op grond van de etnische, de nationale oorsprong of de huidskleur uit.
Correctionele rechtbank Antwerpen, afdeling Antwerpen, 26 juni 1998
Weigering van personen van vreemde herkomst in een dancing. De rechtbank kan begrip opbrengen voor de bezorgdheid van de dancinguitbaters om te waken over de veiligheid van hun klanten. Maar toch kan en mag men zich hier niet achter verschuilen om bepaalde mensen te weigeren die blijkbaar helemaal niet buiten het concept van de zaak vallen. Daarenboven blijkt het concept van de zaak te zijn dat er in principe geen vreemdelingen worden toegelaten.
Correctionele rechtbank Luxemburg, afdeling Marche-en Famenne, 19 juni 1998
Betreft een aanslepende burenruzie tussen een Turkse en een Belgische familie, waarbij het Belgische gezin nagenoeg onafgebroken racistische uitlatingen spuide en die - volgens de Turkse ouders - hun zoon tot zelfdoding noopte. De correctionele rechtbank van Marche veroordeelt betrokkenen voor hun racistische uitlatingen.
Correctionele rechtbank Luxemburg, afdeling Aarlen, 16 maart 1998
Een conflict tussen een Algerijn en een Belg leidt tot slagen en verwondingen. De Algerijnse man beweert dat de Belg hem in aanwezigheid van derden racistische beledigingen naar het hoofd heeft geslingerd. De rechtbank acht dit, bij gebrek aan getuigen, niet bewezen, maar veroordeelt de Algerijn voor slagen en verwondingen.
Correctionele rechtbank Leuven, 9 september 1997
Na een aanrijding ontstaat een woordenwisseling tussen een Belgische chauffeur en een bestuurder van Turkse herkomst, waarbij deze laatste racistische beledigingen naar het hoofd geslingerd krijgt.
Correctionele rechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, 30 juni 1997
Een Belg van Koerdische origine wandelde samen met zijn echtgenote en twee vrienden naar huis. Op hun weg kwamen ze een onbekende tegen die de man toeriep "Vuile Marokkaan, ga terug naar je land" en hem gewelddadig aanpakte zonder dat daar enige objectieve aanleiding toe was.
Correctionele rechtbank Brussel (Franstalige), 30 juni 1997
Vormt een misdrijf tegen de artikels 1 en 2 van de wet, de weigering om zich door een arts van Afrikaanse herkomst te laten verzorgen wanneer men in de spoedopname wordt opgenomen. De beklaagde riep in aanwezigheid van getuigen “Nee, die vuile “bougnoul” zal me niet aanraken”.
Correctionele rechtbank Limburg, afdeling Hasselt, 21 november 1996
Wanneer de beklaagde bevestigt dat hij de toegang van een dancing heeft ontzegd aan een persoon omdat hij als een “boelzoeker” bekend staat, terwijl het slachtoffer meent dat de toegang hem ontzegd is omwille van zijn herkomst, bevinden we ons in een situatie van woord tegen wederwoord waarbij de twijfel in het voordeel van de beklaagde moet spelen. Wanneer de beschuldigden daarentegen geen enkele objectieve reden van de weigering van de toegang kunnen aanvoeren is het bewezen dat de weigering gebaseerd is op de herkomst of de huidskleur van het slachtoffer.
Correctionele rechtbank Brussel (Franstalige), 15 juli 1996
De fascistische groet bij de eedaflegging tijdens de installatie van een gemeenteraad is sterk symbolisch en betekenisvol en roept onmiskenbaar de fascistische en nazistische ideologie op die, op grond van voornamelijk racistische overwegingen, leidde tot volkerenmoord die Europa tijdens de jaren 1930 en 1940 heeft gekend. Er mag dan, zoals de beklaagde aanvoert, geen enkele wettelijke bepaling zijn die de wijze van eedaflegging reglementeert, maar het komt toch duidelijk voor dat de expliciete en opzettelijke verwijzing naar de fascistische ideologie die de suprematie van het ene ras op het andere voorstond en die de uitroeiing van de vermelde rassen inhield, op zich een aanzet inhoudt tot haat, discriminatie, geweld of segregatie die strafbaar zijn gesteld bij wet van 30 juli 1981 die bij wet van 12 april 1994 werd gewijzigd en verruimd.
Volg ons op onze sociale media