Een vrouw werd ontslagen tijdens haar afwezigheid wegens een burn-out. Uit de chronologie van de feiten leidde het arbeidshof een vermoeden van discriminatie af. Dit vermoeden kon niet worden weerlegd door de werkgever.

Een vermoeden van discriminatie kan prima facie afgeleid worden uit de chronologie van de feiten.

Het feit dat een vrouw werd ontslagen, nadat ze terug kwam werken na vier maanden afwezigheid wegens ziekte, volstaat niet om een vermoeden van discriminatie aan te tonen.

Na een arbeidsongeval is een man langdurig afwezig. Hij wordt vervolgens ontslagen. Het arbeidshof oordeelt dat het ontslag discriminatoir was.

Een werkgever mag een werknemer ontslaan tijdens of kort na een periode van (langdurige) arbeidsongeschiktheid op voorwaarde dat het motief van het ontslag niet gebaseerd is op discriminerende gronden.

Een man wordt veroordeeld tot onder meer een bezoek aan de Kazerne Dossin omwille van het plaatsen van negationistische en rechtsextremistische berichten op VK en Instagram.

Een vrouw werd op haar eerste werkdag bij een verzekeringsmakelaar ontslagen omwille van een erfelijk gebitsprobleem. De voorzitter van de arbeidsrechtbank oordeelde dat “met betrekking tot de fysieke eigenschap het argument dat de werknemer omwille van zijn uiterlijk negatieve reacties uitlokt bij klanten of collega’s, niet als legitiem doel kan worden beschouwd om een onderscheid te rechtvaardigen”.

Het arbeidshof bevestigt een vonnis van de arbeidsrechtbank. Het ontslag, omwille van organisatorische problemen, van een vrouw – die sinds juni 2016 quasi de hele tijd afwezig was wegens ziekte –was gerechtvaardigd.

Een vrouw wordt ontslagen na enkele weken van werkonbekwaamheid wegens ziekte. De schadevergoeding voor kennelijk onredelijk ontslag kan volgens de arbeidsrechtbank niet gecumuleerd worden met de schadevergoeding voor discriminatoir ontslag.

Een elektricien oefent voltijds zijn taak van vakbondsafgevaardigde uit. In het bedrijf waar hij werkt zijn de promoties gebaseerd op ervaring (en niet op anciënniteit), maar omdat hij geen ervaring als elektricien kan opbouwen krijgt hij geen promotie. Het arbeidshof oordeelt dat het niet disproportioneel is om te eisen dat een functie effectief werd uitgeoefend om in aanmerking te komen voor een promotie in die functie.