Hoofddoek op de werkvloer: publieke werkgever herziet neutraliteitsbeleid

21 oktober 2019
Actiedomein: Werk
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing

Een publieke werkgever besliste na een gesprek met Unia om zijn beleid van exclusieve neutraliteit te herzien. Hij kiest nu inclusieve neutraliteit. Dat wil zeggen dat personeelsleden neutraal moeten handelen, maar wel veruiterlijkingen van hun religieuze of filosofische overtuigingen mogen dragen.

Een vrouw die solliciteerde voor een backofficefunctie, stopte toen bleek dat ze haar hoofddoek niet zou mogen dragen. In het arbeidsreglement van de werkgever stond namelijk een exclusieve neutraliteitsclausule, die van toepassing was op alle functies. Bij exclusieve neutraliteit moet niet alleen de dienst die een werknemer levert, maar ook zijn of haar voorkomen zelf neutraal zijn: het is dan verboden voor werknemers om religieuze of filosofische symbolen te dragen tijdens het werk. 

De vrouw klopte aan bij Unia. We namen contact op met de werkgever en ontmoetten de HR-afdeling van de organisatie. We gaven informatie over:

  • de toepasselijke wetgeving;
  • het concept van de Grootste Gemene Deler: een oplossing moet zoveel mogelijk mensen ten goede komen, zonder ‘indirect’ bepaalde mensen te discrimineren.

Naar een inclusieve neutraliteit

Dat gesprek bracht op. De werkgever kiest sindsdien voor inclusieve neutraliteit: de personeelsleden moeten neutraal handelen, en moeten gebruikers dus gelijk behandelen onafhankelijk van hun religieuze of filosofische, politieke of vakbondsovertuiging. Daarbij moet enkel de geleverde dienst neutraal zijn, dus niet het voorkomen van de werkgever: die mag gerust religieuze of filosofische symbolen dragen. 

Enkel voor personeelsleden die regelmatig visueel contact hebben met het publiek, blijft er een verbod op het dragen van religieuze of symbolische overtuigingen bestaan.

Meer weten ?