Studie over zelfdefiniëring van origine in België

Unia heeft een studie uitgevoerd over zelfdefiniëring van origine in België. Het kan nuttig zijn om mensen bij het verzamelen van equality data zelf hun origine te laten bepalen. Op die manier is het mogelijk is om groepen te identificeren die het risico lopen gediscrimineerd te worden en die niet geïdentificeerd worden wanneer enkel informatie zoals nationaliteit gebruikt wordt. Zo krijgen we een beter inzicht in de factoren die leiden tot ongelijkheid en discriminatie. 

    Deze studie toont aan dat bij het verzamelen van equality data gestreefd moet worden naar het gebruik van zelfdefiniëring waar mogelijk en passend, maar onder strikte voorwaarden. Deze studie formuleert bovendien een aantal aanbevelingen en praktisch advies voor het toepassen van zelfdefiniëring van origine in België.  

    Laten we drie voorbeelden bekijken. Thomas, Marie en Ahmed zijn alle drie Belgen, net als hun ouders. Elk van hen heeft reeds discriminatie ervaren: Thomas om zijn Joodse afkomst, Marie omdat ze een zwarte huidskleur heeft, Ahmed omdat zijn naam niet ‘Belgisch’ klinkt. Als we gegevens willen verzamelen over discriminatie en ongelijkheid op basis van origine, dan is nationaliteit in hun geval geen relevante informatie omdat het niets zegt over de discriminatie die ze ervaren hebben. En als we aan henzelf zouden vragen om hun origine te definiëren, wat zouden ze dan antwoorden? 

    Wat is zelfdefiniëring?   

    Het principe van zelfdefiniëring houdt in dat gegevens over persoonskenmerken (zoals origine) naar eigen goeddunken worden aangeleverd door de personen op wie de gegevens betrekking hebben.   

    Met betrekking tot origine kan dit bijvoorbeeld door de volgende vragen te stellen: ‘Hoe definieer je je origines?’ ‘Voel je je gediscrimineerd vanwege je origines, zo ja, welke?’ 

    Het gebruik van zelfdefiniëring bij het verzamelen van equality data is een principe van de op mensenrechten gebaseerde benadering van gegevens, maar het wordt momenteel weinig gebruikt in België.  

    Deze studie heeft tot doel de verzameling en kwaliteit van equality data te verbeteren.   

    Waarom is deze studie belangrijk?   

    In België is zelfdefiniëring voor origine niet erg gebruikelijk. Er wordt daarentegen voornamelijk gebruik gemaakt van administratieve gegevens zoals de nationaliteit van een persoon en diens ouders. Dit zijn de zogenaamde ‘proxy’s’ (= benaderingen van de origine op basis van beschikbare informatie). 

    Bepaalde groepen worden echter ongelijk behandeld op basis van hun origine, maar onafhankelijk van hun nationaliteit. De ongelijke behandeling is dan eerder gekoppeld aan andere kenmerken zoals huidskleur, joodse afkomst, enz. Zelfdefiniëring van origine kan een aantal hiaten bij het gebruik van proxy's opvullen. Het combineren van gegevens over origine gebaseerd op enerzijds zelfdefiniëring en anderzijds proxy’s kan een vollediger beeld kunnen geven van discriminatie en ongelijkheid.  

    Welke lessen hebben we geleerd uit dit onderzoek?  

    1. Zelfdefiniëring biedt toegevoegde waarde bij het identificeren van groepen die het risico lopen gediscrimineerd te worden op basis van hun origine 
    2. Zelfdefiniëring moet worden gebruikt met een traumagevoelige en op mensenrechten gebaseerde benadering. 
    3. De deelname van de betrokken groepen moet in elke fase van het proces van zelfdefiniëring van het grootste belang zijn. 

    Zie voor meer details het bijgevoegde verslag