Vlaams Gelijkekansendecreet: evaluatie (2021)

Unia evalueerde in 2020 het decreet houdende een kader voor het Vlaamse Gelijkekansen- en Gelijkebehandelingsbeleid. De evaluatie werd gemaakt op basis van de eigen casuïstiek met de criteria waarvoor Unia bevoegd is en de gerechtelijke procedures die ze kent. 

Het aantal meldingen uit Vlaanderen en van Nederlandstaligen en VGT-gebruikers in Brussel steeg in de periode 2015 – 2018 van 1800 naar 2900. Minimum 1 op 5 van de geopende dossiers gaat over een situatie onder toepassing van het Vlaams Gelijkekansendecreet. Voor de periode 2008 – 2018 hebben we weet van 162 vonnissen en arresten in Vlaanderen op basis van de antidiscriminatiewetgeving en de criteria waarvoor Unia bevoegd is. Minder dan 10% daarvan heeft betrekking op het Gelijkekansendecreet en gaat over de domeinen onderwijs, huisvesting, arbeid en toegang tot publieke diensten.

Op basis van de ervaringen uit de eigen dossierpraktijk, het aantal rechtszaken, de rechtsontwikkeling en de toepassing in andere procedures stellen we een kloof vast tussen de doelstellingen van de decreetgever in 2008 en de effectieve handhaving van het decreet en de bescherming van de slachtoffers, van wie de rechtspositie uiterst precair blijft. 

Burgers zijn niet altijd op de hoogte van hun rechten en plichten en weten soms niet dat zij gediscrimineerd werden. Ambtshalve toezicht en handhaving door inspectiediensten is daarom nodig. Vaak blijkt de bewijsvoering voor slachtoffers quasi onmogelijk en het principe van de verschuiving van de bewijslast kent niet altijd een goede toepassing. In rechte optreden blijft voor heel wat individuele slachtoffers en representatieve organisaties financieel onhaalbaar. De beperkte forfaitaire schadevergoeding vormt een bijkomende ontradende factor. 

Unia formuleert 18 aanbevelingen om de rechtszekerheid maximaal te vrijwaren, onder meer:

  • Zo pleiten we voor een mogelijkheid tot collectief herstel, naar analogie van de class action uit het consumentenrecht.
  • We stellen voor om de lijst met beschermde criteria, de begripsomschrijvingen en het beschermingsniveau uit het decreet Evenredige Arbeidsparticipatie gelijk te stellen met deze van het Gelijkekansendecreet.
  • We willen dat het criterium ‘gezinssamenstelling’ toegevoegd wordt aan de lijst van beschermde criteria en dat de bescherming tegen represailles ook zou moeten gelden voor klokkenluiders en iedereen die een slachtoffer van discriminatie steunt, verdedigt of in diens voordeel getuigt, ook als dit informeel gebeurt. 
  • We pleiten er voor om de beperkte forfaitaire vergoeding voor morele schade buiten het terrein van de arbeidsbetrekkingen te verhogen en te indexeren. En daarnaast ook te verduidelijken dat de forfaitaire schadevergoeding verplicht wordt toegekend door de stakingsrechter als het slachtoffer het herstel van de schade forfaitair vordert en de discriminatie werd vastgesteld.