Socio-economische Monitoring 2017: arbeidsmarkt en origine
- Onderzoeksproject
- Arbeid
- Raciale kenmerken
Wat is de situatie van personen op de arbeidsmarkt, rekening houdend met hun origine en migratieachtergrond? Om op deze vraag te kunnen antwoorden, ontwikkelen Unia en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg een specifiek meetinstrument: de Socio-economische Monitoring. Het derde rapport van deze monitoring toont aan dat de kansen op de arbeidsmarkt nog altijd sterk bepaald worden door origine. En hoewel een betere opleiding bij alle groepen de deelname aan de arbeidsmarkt vergroot, laat het rapport zien dat er zelfs bij gelijke scholing hardnekkige ongelijkheden tussen origines blijven bestaan.
Tweejaarlijkse samenwerking met FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
De Socio-economische Monitoring is het resultaat van een tweejaarlijkse samenwerking tussen Unia en de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, met de steun van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid en het Rijksregister. In 2013 en 2015 werden het eerste en het tweede rapport van de Socio-economische Monitoring gepubliceerd.
Het derde rapport bouwt hierop verder en brengt nieuwe elementen aan, zoals de introductie van de variabele ‘opleiding’ (laag, gemiddeld of hoog niveau) en een gedetailleerde analyse van de overheidssector.
Verwante inhoud
Socio-economische Monitoring 2022: arbeidsmarkt en origine
De editie 2022 van de Socio-economische Monitoring toont aan dat mensen van buitenlandse origine het nog steeds moeilijker hebben op de arbeidsmarkt in België.
Socio-economische Monitoring 2019: arbeidsmarkt en origine
In België blijft iemands origine een hinderpaal op de arbeidsmarkt. De FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg ontwikkelde samen met Unia de Socio-economische Monitoring om dit te keren. Het vierde rapport van deze monitoring vind je terug op deze pagina.
- Onderzoeksproject
- Arbeid
- Raciale kenmerken