Ga verder naar de inhoud

Inclusieve communicatie: woordenlijst en tips

  • Praktische tool

Taal telt. Zeker als je inclusief wil communiceren. Welke woorden kan je gebruiken? Welke zijn verouderd of welke kunnen zeker niet (meer)? Unia helpt je met algemene tips en met een woordenlijst inclusieve communicatie.  

Inclusief taalgebruik: algemeen

  • Taal is altijd in beweging. Weet dat deze woordenlijst is opgesteld in de zomer van 2024 en ten laatste in de zomer van 2025 wordt herzien.  
  • De woordenlijst is zeker niet volledig. We willen een aanzet geven en vullen de lijst aan waar nodig. 
  • De woordenlijst is bedoeld voor Nederlandstalig België en houdt rekening met de gevoeligheden die daar leven. 

Hulp nodig om inclusief te communiceren? Ga aan de slag met de volgende tips:

Inclusieve woordenlijst: racisme

Volg deze 3 tips over afkomst en huidskleur

  • Zorg dat het duidelijk is waarom je een kleur benoemt als je dat doet. Vermeld dit alleen als het ertoe doet voor het onderwerp. 
  • Wees zo concreet mogelijk als je details geeft. Bijvoorbeeld de minister van Marokkaanse origine (in plaats van met een migratieachtergrond) of een Nigeriaanse werknemer (in plaats van een Afrikaan). 
  • Vraag de personen eventueel zelf hoe ze genoemd wil worden. 

Let op met de verwijzing naar de kleur zwart

Gebruik zwart niet voor een negatieve gebeurtenis of criminele activiteit. Het is belangrijk om de directe link met zwart als huidskleur te vermijden:

  • Illegaal geld (in plaats van zwartgeld)
  • Onbetaald rijden (in plaats van zwartrijden)
  • Somber zijn (in plaats van zwartkijken)

Kies voor de correcte geografische termen

We gebruiken de namen van continenten omdat dit meer neutraal is. Door het gebruik van 'Ver', 'Midden' en 'Nabij' blijven we uitgaan van het Westen als referentie. 

  • Zuidwest-Azië (in plaats van: Nabije Oosten/Midden-Oosten) 
  • Azië-Stille Oceaan (in plaats van: Verre Oosten) 
  • Afrika bezuiden de Sahara (in plaats van: Zwart Afrika, Zwart continent) 
  • Europeanen, Noord-Amerikanen, Noord-Afrikanen, enz. (in plaats van: westerlingen vs. niet-westerlingen) 
Wat zeggen we WEL?Wat zeggen we NIET?
Zwart persoonN-woord, een zwarte 
Witte persoonBlank 
Persoon van kleurNiet-wit
Persoon met een migratieachtergrond Allochtoon, vreemde, vreemdeling 
Metis, mixed (of gemengd etnische achtergrond), multi-etnisch, pluricultureel of meerkleurig Mulat, bicultureel, dubbelbloed, halfbloed, gemengd ras, intercultureel, interraciaal 
Roma, woonwagenbewoners, Manoesj, Sinti, Voyageurs Zigeuners, gipsy, Gitanes, Tsiganes 

Inclusieve woordenlijst: handicap

  • Reduceer mensen niet tot hun handicap. Dit is maar een element van de persoon die ze zijn. De handicap heeft veeleer te maken met de maatschappij die niet aangepast is. 
  • Let op dat je personen met een handicap niet voorstelt alsof ze altijd gebukt gaan onder hun handicap: bv ‘lijden’, ‘rolstoelpatiënt’ enz. 
  • Weet dat je zowel handicap als beperking kan gebruiken. De meningen zijn een beetje verdeeld, maar beide termen kunnen. Officieel wordt 'personen met een handicap' gebruikt als het gaat over erkenningen en in het VN-Verdrag ('VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap'). Daarom gebruikt Unia het woord handicap. 
Wat zeggen we WEL?Wat zeggen we NIET?
Persoon met een handicap, met een beperking Een invalide, mindervalide,  andersvalide, een gehandicapte
Persoon met een verstandelijke handicap Een zwakbegaafde
Persoon met een motorische of lichamelijke handicap Een gehandicapte 
Persoon met een psychische handicapEen psychiatrisch patiënt, geesteszieke 
Persoon met een visuele handicap of persoon die slechtziend is Een blinde 
Dove of slechthorende persoon, persoon die doof of slechthorend is Een dove,  een doofstomme 
Tolk (Vlaamse) gebarentaal Een tolk gebarentaal
Persoon met ADHD Een ADHD'er
Rolstoelgebruiker Een rolstoelpatiënt 
Persoon met het down(syndroom)  Een mongool 
Persoon met een kleine gestalte  Een dwerg
Persoon met autisme Een autist 

Inclusieve woordenlijst: seksuele oriëntatie en genderidentiteit

  • LGBTI+: de term is de afkorting voor L van lesbisch, G van gay (homo), B van bi+, T van trans(gender), I van intersekse, + voor andere groepen die niet onder de heteronorm vallen. Het is de overkoepelende term. Als je over een specifieke groep spreekt, dan gebruik je beter de specifieke term. Dus bijvoorbeeld transgender als je het hebt over transgender personen. 
  • SOGGI of SOGIESC: dit is een vertaling van het Engelstalige SOGIESC en verwijst naar seksuele oriëntaties, geslachten, genderidentiteiten. Het kan een alternatief zijn voor LGBTI+ omdat de term verwijst naar het brede spectrum, zonder telkens letters te moeten toevoegen. 
  • Queer: omdat de term politiek geïnterpreteerd kan worden, kan het interessant zijn om de termen SOGGI of SOGIESC te gebruiken.   
  • De termen homoseksueel, homo, gay, lesbisch worden gebruikt als bijvoeglijke naamwoorden, bijv. een homoseksuele persoon... Door ze als gewone zelfstandige naamwoorden te gebruiken, wordt de persoon gereduceerd tot alleen dat stukje van hun identiteit.
Wat zeggen we WEL?Wat zeggen we NIET?

Intersekse persoon

(Een persoon wiens geslachtskenmerken ('biologisch geslacht') niet 100% overeenkomen met de vrouwelijke of mannelijke geslachtsnorm)

Interseksueel of hermafrodiet persoon

Trans vrouw, trans man, trans persoon, transgender persoon  

(Een persoon wiens genderidentiteit niet overeenkomt met het geslacht dat hen bij de geboorte werd toegewezen)

Een transseksueel, een transgender

Seksuele oriëntatie 

 

Seksuele geaardheid (verouderde term die impliceert dat je seksualiteit of seksuele voorkeur vastligt)

Genderinclusief schrijven

  1. Gebruik hij/hem/zijn om naar mannen te verwijzen, zij/haar/haar voor vrouwen. Genderneutraal communiceren doe je door die/hen/hun te gebruiken. Ook non-binaire personen gebruiken die voornaamwoorden vaak zelf. Zo werkt het in de praktijk:
    • Je gebruikt die in plaats van hij of zij. Bijvoorbeeld: Senne werkt op de dienst communicatie. Die is de community manager.
    • Je gebruikt hen in plaats van hem of haar. Bijvoorbeeld: zeg je Noa dat ik op zoek ben naar hen?
    • Je gebruikt hun in plaats van zijn of haar. Bijvoorbeeld: Alex moet hun eigen keuze maken!
  2. Ga bij een transgender persoon na welke voornaam je contactpersoon verkiest. Verwijs niet automatisch naar de geboortenaam (de zogenaamde deadname) en het geboortegeslacht.
  3. Spreek een groep niet aan met 'beste mannen en vrouwen', maar met 'beste mensen', 'welkom allemaal' of 'geachte lezer'.
  4. Gebruik in vacatures m/v/x of x/v/m.

Meer over inclusieve communicatie

Praktische tool

Tips voor inclusieve af­beel­din­gen en video's

Ben je op zoek naar tips om je beeldmateriaal inclusiever te maken? Raadpleeg de tips die Unia voor je heeft verzameld.

  • Praktische tool