Veroordeling slagen en verwondingen vanuit haat, misprijzen of vijandigheid tegenover gemengde koppels

2 december 2011
Discriminatiegrond: Racisme


De correctionele rechtbank van Brussel heeft gisteren beslist tot een werkstraf van 200 uur of 18 maand vervangende gevangenisstraf voor slagen en verwondingen, belaging en beschadiging van eigendommen. De misdrijven waarvoor de beklaagde werd veroordeeld, bleken gemotiveerd te zijn vanuit racistische motieven, meerbepaald vanuit haat tegenover gemengde koppels. Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding had zich in deze zaak burgerlijke partij gesteld. Het koppel werd een schadevergoeding van 2.957 € euro toegekend. Het Centrum ontvangt een symbolische schadevergoeding van 1€.

Op drie augustus 2011 werd een jong gemengd koppel – een Belgische man en een vrouw van Marokkaanse origine- ter hoogte van het Liedtsplein te Schaarbeek geslagen en bespuwd door een groep jongeren.

Uit de slachtofferverklaringen bleek het niet om een geïsoleerd feit te gaan. Het koppel verklaarde al jaren slachtoffer te zijn van verscheidene misdrijven, waaronder bedreigingen, beledigingen en poging tot inbraak. Deze misdrijven waren volgens het koppel te verklaren vanuit een misprijzen tegenover gemengde koppels.

Eén van de daders heeft zich hiervoor nu moeten verantwoorden. Daarbij is de negentienjarige beklaagde overgegaan tot het bekennen van de feiten. Daarnaast heeft hij toegegeven te hebben gehandeld vanuit de logica dat het vanuit een bepaalde interpretatie van de islam niet gepast is dat een moslim een relatie heeft met een niet-moslim. De beklaagde heeft zijn excuses aangeboden maar heeft wel de eventuele betrokkenheid van andere personen ontkend.

“Het Centrum is tevreden met deze uitspraak omdat haatmisdrijven schade berokkenen aan de hele maatschappij.” zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. “Daarnaast willen we met dit dossier een maatschappelijke signaalfunctie geven. Het gaat hier immers over radicaliseringprocessen en de mogelijke gevolgen hiervan. Dit dossier toont het belang aan van een doeltreffend preventief beleid met betrekking tot processen van radicalisering, in welke vorm dan ook. Daarnaast willen we benadrukken dat hoewel bepaalde gedachten of strekkingen op zich niet verboden zijn, het uitmonden ervan in haatmisdrijven, wel degelijk strafbaar is.” aldus Jozef De Witte, directeur van het Centrum.