De voorbije jaren ontving het Centrum sporadisch meldingen over mogelijke discriminatie in de dienstenchequesector. Kandidaat-werknemers worden bij voorbaat geweigerd op basis van hun afkomst, leeftijd, geloof, … In één geval noteerden we “het is altijd hetzelfde met die zwarten, ze stelen altijd en zijn niet te vertrouwen”, in andere gevallen “er worden geen hoofddoeken gedragen in mijn huis”, … Uit een studie in opdracht van de federale Minister van Werk, waarbij Idea Consult peilde naar de ervaringen van dienstenchequebedrijven i.v.m. discriminatie door de gebruikers, blijkt dat allochtonen het vaakst mikpunt zijn van discriminatie. Maar liefst 71% van de ondernemingen, waarvan 18% op regelmatige basis, geeft aan geconfronteerd te worden met discriminatie vanuit de gebruiker naar allochtone werknemers toe. 56% van de ondervraagde ondernemingen ontving ook leeftijdsdiscriminerende vragen.

“Omgaan met discriminatie in de dienstenchequesector is niet vanzelfsprekend”, geeft Jozef De Witte, directeur van het Centrum, toe. “In tegenstelling tot uitzendarbeid worden de diensten geleverd in de private sfeer, bij mensen thuis. Dienstenchequebedrijven gebruiken dit als argument om in te gaan op discriminerende vragen van hun klanten. Toch is ook hier discriminatie bij wet verboden, en a fortiori het zélf anticiperen op mogelijke discriminatie door klanten.”

Nog in tegenstelling tot de uitzendsector gaat het hier niet om een homogene sector. Dienstenchequebedrijven zijn heel erg verschillend in grootte en in aard, en vaak zijn het eenmansbedrijven met weinig omkadering. Daarom werkt het Centrum intensief samen met het Sectoraal Vormingsfonds Dienstencheques aan een informatiebrochure en
–sessies op maat van deze bedrijven over hoe zij kunnen omgaan met discriminatoire vragen van hun gebruikers. Het Centrum vindt dat de contracten van dienstenchequebedrijven een duidelijke non-discriminatieclausule moeten bevatten. Naar analogie met de uitzendsector kan het ook verplicht worden om discriminerende vragen van klanten te melden. En waarom kunnen we niet denken om op élke dienstencheque een duidelijke boodschap te drukken dat er niet gediscrimineerd mag worden?

Ook naar de gebruikers van dienstencheques toe is er nood aan sensibilisering. “Ook hier gaat het om een maatschappelijke uitdaging waarbij hardnekkige vooroordelen een hypotheek leggen op de tewerkstelling van mensen die het sowieso al moeilijk hebben om aan een job te geraken. Discriminatie is ontoelaatbaar, ook als het om betaalde arbeid in de privésfeer gaat. Als men kandidaat-werknemers de toegang op de arbeidsmarkt blijft bemoeilijken op basis van criteria die er niet toe doen, riskeert het dienstenchequesysteem zijn doel voorbij te schieten”, waarschuwt De Witte.