Politiek akkoord interfederaal Centrum: reactie

21 juli 2012

Gisteren kwamen de federale regering, gewesten en gemeenschappen tot een akkoord over de interfederalisering van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. Het Centrum, vandaag een onafhankelijke federale instelling, ziet zo zijn bevoegdheden inzake de strijd tegen discriminatie uitbreiden tot die van de gewesten en gemeenschappen, bovenop zijn federale bevoegdheden.

Eke inwoner van dit land zal voortaan voor discriminatiemeldingen (op basis van wettelijk bepaalde discriminatiegronden) bij één en dezelfde instantie terecht kunnen en hoeft zich niet het hoofd te breken of iets federale, dan wel gewest- of gemeenschapsmaterie is. Iedereen zal  nog steeds met elke vraag of probleem zowel op het centrale kantoor van het interfederale Centrum als bij de lokale meldpunten terecht  kunnen. Daarnaast biedt dit akkoord nieuwe perspectieven op overleg en samenwerking tussen de verschillende overheden van dit land inzake de strijd tegen discriminatie, met respect voor de autonomie en bevoegdheden van elke (federale of gefedereerde) entiteit.

Het akkoord voorziet ook dat de huidige opdrachten van het Centrum inzake migratie (informeren over migratiestromen, waken over het respect van de grondrechten van vreemdelingen en stimuleren van de strijd tegen mensenhandel) terechtkomen in een deels aparte en louter federale structuur. Het Centrum neemt hiervan akte en betreurt deze beslissing. De huidige werking, die de brug slaat tussen migratie en discriminatie, heeft zijn diensten bewezen sinds 2003. Men kan niet ontkennen dat migratiekwesties vandaag almaar meer raken aan de bevoegdheden van de gewesten en gemeenschappen. Het is dan ook bijzonder vreemd dat de gewesten en gemeenschappen dit louter aan het federale niveau, en niet aan een interfederale instelling, overlaten.

De directie zal zich samen met de Raad van Bestuur beraden over de werking van het Centrum in de transitieperiode van het huidige Centrum naar de twee nieuwe structuren met aandacht voor alle inwoners van het land en het belang van de medewerkers van het Centrum. Het Centrum rekent er ten slotte op dat de directie en zijn Raad van Bestuur volop betrokken worden bij de concrete uitwerking van het samenwerkingsprotocol.