Op vakantie met de trein? Niet voor iedereen.

13 juli 2011
Discriminatiegrond: Handicap

De trein met een handicap heeft nog steeds een vermoedelijke vertraging van 24 uur
Via een brief aan de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap (NHRPH) reageerde de NMBS meer dan zes maanden later op een actie in het station Brussel-Centraal van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, de NHRPH en verschillende partnerorganisaties.

Ter herinnering, deze sensibiliseringsactie ging over de verplichte vertraging van 24 uur voor personen met een handicap om hun treinticket te reserveren. Deze vertraging zou nodig zijn om begeleiding, hoe minimaal ook, te kunnen verzekeren. Het Centrum herinnert eraan dat de mogelijkheid om je te verplaatsen en het openbaar vervoer te gebruiken is een strikte noodzaak voor een gelijkwaardige deelname aan de maatschappij voor personen met of zonder een handicap.

Antwoord van de NMBS: Weinig concreets


In zijn brief geeft de NMBS aan dat “NMBS Mobility in de huidige context geen positief gevolg kan geven aan deze vraag”.

Het Centrum en de NHRPH vinden de reactie van de NMBS te zwak. Het is intussen al meer dan zes maanden geleden dat het Centrum en de NHRPH het volgende vroegen aan de NMBS:

  • om verschillende mogelijkheden te onderzoeken om deze buitensporige vertraging aanzienlijk te verminderen;
  • om de individuele rechten van personen met een handicap te respecteren, met name het recht om zich te verplaatsen, te werken en een sociaal leven te leiden. De NMBS dient hieraan te voldoen in het kader van de antidiscriminatiewetgeving en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Personen met een Handicap (dat België twee jaar geleden ratificeerde).


Het Centrum en de NHRPH vroegen uitdrukkelijk om de eis van 24u op voorhand te reserveren te herbekijken, omdat deze geen rekening houdt met de verschillende noden van reizigers met een beperkte mobiliteit en om die af te stemmen op de realiteit van verschillende treinstations. De raad van bestuur van de NMBS had het Centrum in maart van dit jaar geïnformeerd dat het gevraagd had "om de mogelijkheid te bestuderen om deze modaliteiten voor het aanvragen van deze begeleiding te versoepelen".


Het Centrum en de NHRPH reageren dan ook verbaasd op deze brief en kunnen niet anders dan vaststellen dat de NMBS tot op heden geen concreet voorstel heeft om deze situatie te verbeteren.

Infrastructuur- en mentaliteitsprobleem

Onnodig eraan te herinneren dat personen met een handicap net nood hebben aan begeleiding omdat de infrastructuur (stations, perrons en treinen) van de NMBS niet voldoet aan de verwachtingen inzake toegankelijkheid voor personen met een handicap. Zij kunnen dus onmogelijk zelfstandig gebruik maken van deze diensten.

Bovendien komen aanpassingen aan de infrastructuur niet enkel personen met een handicap ten goede. Iedereen die zich tijdelijk of permanent moeilijker verplaatst (ouders met een kinderwagen, personen die hun fiets mee op de trein nemen, gewonen, sommige ouderen, enz.) – veel klanten van de NMBS - kan gebaat zijn met deze aanpassingen.

Het toegankelijk maken van de stations en treinen wordt nog altijd als een onoverkomelijke investering gezien. Dit is vaak te wijten aan het ontbreken van een algemeen toegankelijkheidsbeleid. Daarnaast bestaan er nog heel wat culturele en reglementaire hindernissen die overwonnen moeten worden. Het Centrum registreert nog steeds meldingen van een gebrek aan begeleiding, zelfs wanneer men dit 24 uur op voorhand aangevraagd heeft (zie getuigenis in gezamenlijk persbericht Centrum / Alteo).
Het Centrum blijft ter beschikking voor de NMBS om in overleg mee te zoeken naar constructieve oplossingen. Toch wijst het erop dat de huidige situatie niet verzoenbaar is met de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake de Rechten van Personen met een Handicap en de antidiscriminatiewetgeving.

Vergelijkbare artikels

7 mei 2024

Europese richtlijn om burgers beter te beschermen tegen discriminatie

Unia is zeer verheugd over de goedkeuring van de richtlijn over normen voor "organen voor gelijke behandeling" door de Raad van de Europese Unie op 7 mei, onder Belgisch voorzitterschap. Dit is een belangrijke richtlijn in de huidige politieke context, omdat ze normen vastlegt om de onafhankelijkheid van gelijkheidsorganen zoals Unia te garanderen, hen te voorzien van voldoende middelen en hun mandaat en bevoegdheden te versterken.