‘Een krachtig signaal tegen haatboodschappen’

7 februari 2014
Discriminatiegrond: Racisme

14 leden van Bloed, Bodem, Eer en Trouw veroordeeld voor racisme en negationisme: het Centrum reageert tevreden

Vandaag heeft de correctionele rechtbank van Dendermonde veertien leden van de extreemrechtse organisatie Bloed, Bodem, Eer en Trouw (BBET) veroordeeld voor racisme en negationisme; een aantal van hen is ook veroordeeld voor terrorisme, bendevorming en wapenbezit. ‘De expliciete veroordeling voor racisme en negationisme is een krachtig signaal’, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. ‘Ze bewijst dat we daadwerkelijk iets tegen een haatdiscours kunnen ondernemen.’

De bende is in september 2006 opgerold. Bij grootscheepse huiszoekingen werd toen een grote hoeveelheid wapens in beslag genomen, samen met ander belastend materiaal. De rechtszaak tegen de verdachten begon in september 2011. Het Centrum was een van de burgerlijke partijen. De Witte verklaart: ‘De tijdschriften en de website van BBET bulkten van inbreuken op de Antiracismewet en de Negationismewet. De eerste wet verbiedt aanzetten tot geweld, haat en discriminatie; de tweede wet bestraft het schromelijk ontkennen, minimaliseren en verheerlijken van de Holocaust. Bij BBET vormden uithalen naar mensen van vreemde afkomst, en in het bijzonder naar de Joodse gemeenschap, de rode draad.’

‘De gerechtelijke politie, het federale parket en het parket van Dendermonde verdienen alle lof: dankzij hun doorgedreven en gecoördineerde optreden is BBET ontmanteld’, zegt De Witte. ‘De veroordeling door de rechtbank bewijst dan weer dat onze huidige antiracismewetgeving voldoende mogelijkheden biedt om tegen zulke organisaties op te treden. Het Centrum pleit er al lang voor om dat dan ook te dóén. De antiracismewetgeving zet geen rem op de vrijheid van meningsuiting, ze zet een rem op daden. En aanzetten tot haat, geweld en discriminatie is een daad, geen mening.’

De Witte: ‘Een samenleving moet zichzelf beschermen tegen extremisme, uit welke hoek het ook komt – dat is vandaag ook onderstreept door het Comité inzake de Uitbanning van Rassendiscriminatie in Genève, dat zich momenteel over een rapport van België buigt. Bij BBET ging het niet alleen om een gedachtengoed en de haatboodschappen die daaruit volgden: de veroordeelden waren mannen met plannen. Ze stuurden aan op een clash tussen verschillende groepen. Gedogen we dat, dan begeven we ons op glad ijs. Democratie gaat over de bescherming van de grondrechten van minderheden; het Centrum heeft van het parlement de opdracht gekregen om over die grondrechten te waken. Het zal, zoals het dat in deze zaak heeft gedaan, de daartoe bestemde wetgeving volop blijven gebruiken.’