De eerste assisenzaak met homofobie als verzwarende omstandigheid

18 maart 2014
Discriminatiegrond: Seksuele geaardheid

Morgen begint voor het hof van assisen van Luik, met de samenstelling van de jury, het proces over de gewelddadige dood van Jacques Kotnik. Het is het eerste assisenproces waarin homofobie als verwerpelijk motief van de dader wordt onderzocht. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum heeft zich burgerlijke partij gesteld.

Jacques Kotnik overleed in de nacht van 24 op 25 juli 2012 in het Avroypark in Luik, nadat hij verschillende slagen met een hamer had gekregen. De verdachte bekende, en gaf ook toe dat zijn daad door homofobie ingegeven was. Hij verschijnt voor het hof van assisen voor moord met voorbedachten rade, met als verzwarende omstandigheid dat hij het slachtoffer bewust viseerde om zijn seksuele geaardheid. De zittingen beginnen maandag.

Het Belgisch strafwetboek legt een zwaardere straf op voor delicten waarvan het motief haat, misprijzen of vijandigheid is tegenover een persoon op grond van één van de zogenoemde ‘beschermde criteria’ uit de antidiscriminatiewetgeving, zoals afkomst, geloof of levensbeschouwing handicap en dus ook seksuele geaardheid. We spreken dan van een ‘verwerpelijk motief’.

“Het gaat er natuurlijk niet om mensen te beschermen omdat ze homoseksueel zijn: het verwerpelijk motief kan net zo goed gelden voor een misdrijf ingegeven door iemands heteroseksualiteit”, zegt Jozef De Witte, directeur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. “Het gaat er wél om de ernst van zulke daden te erkennen, en het gevaar dat ze inhouden voor onze samenleving. Een delict of een misdrijf uit haat, misprijzen of vijandigheid tegenover een minderheid of een specifieke groep is niet alleen traumatiserend voor het slachtoffer en zijn omgeving, het geeft ook een signaal, het maakt de groep waartoe het slachtoffer behoort angstig en onzeker. Dat signaal kunnen we niet negeren, en daarom hebben we ons burgerlijke partij gesteld.”

Ook het assisenproces over de gewelddadige dood van Ihsane Jarfi in 2012 start wellicht nog dit jaar – en ook in dat proces wordt homofobie als verzwarende omstandigheid onderzocht. De Witte: “Het aantal dossiers dat het Centrum de afgelopen vijf jaar opende met seksuele geaardheid als criterium, wijst niet op meer homofobie in onze samenleving. Maar het aantal strafrechtelijke dossiers is wel toegenomen. En almaar vaker gaat het om fysiek geweld: in 2010 was dat in 6 van de 85 dossiers het geval, in 2013 al in 12 van de 93 dossiers.”

Meer informatie