Correctionele rechtbank Namen, 9 maart 2017
Mijnheer V. werd vervolgd omdat hij een slag toebracht aan mevrouw N. die bij hem thuis kwam om zijn echtgenote te verzorgen. De feiten gingen gepaard met beledigingen wegens de Afrikaanse afkomst van mevrouw N. De rechtbank weerhield racisme als verzwarende omstandigheid.
Criterium: racisme
Datum: 9 maart 2017
Instantie: Correctionele rechtbank Namen, afdeling Dinant
Beslissing:
Bij het bepalen van de strafmaat hield de rechtbank rekening met het bijzonder onaangename karakter van de gebeurtenissen en de grote impact op mevrouw N., die zich bovendien in het huis bevond om de echtgenote van de beklaagde te verzorgen. Anderzijds werd ook rekening gehouden met de hoge leeftijd van de beklaagde (71 jaar) en met het feit dat er op zijn strafblad enkel een vermelding stond van lang geleden, om uitstel te verlenen voor de opgelegde straffen.
De beklaagde werd veroordeeld voor opzettelijke slagen en verwondingen ten aanzien van mevrouw N., met ziekte of werkonbekwaamheid als gevolg. En dat met als verzwarende omstandigheid dat één van de beweegredenen bestond uit de haat tegen, het misprijzen van of de vijandigheid tegen een persoon omwille van de huidskleur en de nationale afstamming (art. 392, art. 398 1e lid, art. 399 1e lid en art. 405quater Strafwetboek).
De beklaagde werd veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van 10 maanden én een geldboete van 600 euro (100 euro vermeerderd met 50 opdeciemen) of een vervangende gevangenisstraf van 15 dagen. Deze straf werd uitgesproken met 5 jaar opschorting voor wat betreft de hoofdgevangenisstraf en met 3 jaar opschorting voor wat betreft de geldboete.