Zaak-Sharia4Belgium: veroordeling voor aanzetten tot haat, geweld en discriminatie

10 februari 2012
Discriminatiegrond: Racisme

Vandaag heeft de correctionele rechtbank van Antwerpen de woordvoerder van Sharia4Belgium veroordeeld voor onder meer het aanzetten tot haat, geweld en discriminatie tegenover niet-moslims. De woordvoerder van Sharia4Belgium werd schuldig bevonden over de hele lijn en kreeg een gevangenisstraf van twee jaar opgelegd en een geldboete van 550 euro.

Het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding ontving hierover 609 meldingen. Het Centrum had de afgelopen twee jaar op basis van de Antidiscriminatiewet zelf verschillende klachten ingediend tegen Sharia4Belgium en had zich ook burgerlijke partij gesteld in dit proces.

Ter herinnering, artikel 22 van de Antidiscriminatiewet bestraft woorden die aanzetten tot haat, geweld en discriminatie tegenover een individu of een groep op basis van één van de wettelijk beschermde criteria. Daaronder valt alle verbale of non-verbale communicatie die aanspoort, opstookt, aanleiding geeft tot of oproept tot bepaalde reacties. De ‘dader’ wil dus niet louter ideeën of informatie verspreiden maar voedt de intentie en de hoop dat diegenen tot wie ze zich richten zich op hun beurt een discriminatoire, haat- of gewelddadige houding aanmeten, ook al geven zij er geen gevolg aan.

“Volgens onze juridische analyse zetten deze uitspraken van de Sharia4Belgium-leden tegenover niet-moslims duidelijk aan tot haat in wettelijke zin”, licht Jozef De Witte, directeur van het Centrum, toe. ”Ze overschrijden duidelijk de wettelijke grenzen van de vrijheid van meningsuiting en kunnen bijgevolg niet getolereerd worden in een democratische samenleving. De Antidiscriminatiewet vormt zeker geen absoluut schild tegen fenomenen zoals uitsluiting en radicalisering, ongeacht hun aard of oorsprong. Dat is trouwens niet zijn eerste doelstelling. Maar deze wet biedt een interessante werkpiste en kan preventieve effecten hebben. Het Centrum is tevreden met deze uitspraak en zal, zoals zijn wettelijke opdracht het voorschrijft, duidelijk optreden tegen ieder feit van aanzetten tot haat, geweld of discriminatie.”