Sinds de terreuraanslagen in de luchthaven en het metrostation Maalbeek zien we een duidelijke islamofobe trend in België. "We mogen niet overhaast conclusies trekken, maar we kunnen de impact van de aanslagen niet langer ontkennen. De angst zit erin, er is meer argwaan tussen mensen”, zegt Els Keytsman, Unia-directeur.

Schorsingen

Veel meldingen houden verband met racisme en haat die op sociale media is aangewakkerd, maar ook op de werkvloer. De meeste meldingen (bijna 70 procent) die Unia krijgt, komen uit die twee domeinen. Tegelijkertijd is Unia verontrust over het toegenomen verbaal of fysiek geweld tegen moslima’s op de straat. Op de arbeidsmarkt registeren we naast beledigingen ook dat sommige mensen om veiligheidsredenen en zonder specifieke motivatie aan de deur worden gezet of tijdelijk geschorst.

Tenslotte wijst Unia op meldingen over antisemitisme na de aanslagen. Deze gaan over een complottheorie die Joodse mensen ervan beschuldigt achter de aanslagen te zitten.

Op scherp

"Vandaag zitten we in een confrontatiemaatschappij, waarin meer mensen geneigd zijn zich op te sluiten in zijn of haar gemeenschap. Het samenleven wordt zo bedreigd. Positieve initiatieven die bruggen bouwen, moeten in de verf gezet worden want die zijn er zeker ook. Desalniettemin lijkt het duidelijk dat de relatie tussen moslims en niet-moslims op scherp staat.”

In termen van trends

Vandaag spreekt Unia liever in termen van trends dan in termen van cijfers. Zo kunnen we voldoende afstand houden en een objectieve analyse maken die tijd kost. "We volgen de situatie op de voet en roepen tegelijkertijd elk slachtoffer van discriminatie of hate speech op om het te melden bij ons. Ik vrees ervoor dat we in de toekomst geconfronteerd worden met een stijgend aantal meldingen over problemen op de huisvestingsmarkt en op de werkvloer. Politici, maar ook het middenveld, moeten hiermee rekening houden. Dit soort incidenten polariseert de samenleving nog meer.