Hoofddoekenverbod: twee verschillende adviezen van Europees Hof

15 juli 2016
Actiedomein: WerkGoederen en diensten
Discriminatiegrond: Geloof of levensbeschouwing

Als een bedrijf zijn werkneemsters verbiedt een hoofddoek te dragen wanneer zij in contact komen met klanten, dan is er sprake van directe discriminatie. Dat adviseert de advocaat- generaal  van het Europese Hof van Justitie, Eleanor Sharpston in een Franse zaak. Haar advies van 13 juli 2016 is in tegenspraak met dat van een andere advocaat-generaal van hetzelfde Hof over een Belgische zaak die Unia opvolgt.  

Dat advies van eind mei 2016 ging over het ontslag van een werkneemster bij een beveiligingsfirma. Toen vond Juliane Kokott een hoofddoekenverbod toelaatbaar als het gebaseerd is op een bedrijfsreglement waarin staat dat zichtbare politieke, levensbeschouwelijke of religieuze symbolen niet zijn toegestaan ( zaak C-157/15).

De adviezen van de advocaat-generaal zijn niet bindend. Het Europees Hof moet zich nu buigen over de twee zaken en zich uitspreken in een arrest. Unia hoopt dat de uitspraak van het Hof meer rechtszekerheid zal creëren.